1.
|
Schakel het product uit en koppel alle netsnoeren en interfacekabels los.
|
|
2.
|
Open de DIMM-klep aan de rechterzijde van het product.
|
|
3.
|
|
4.
|
Om een geïnstalleerde DIMM te vervangen, opent u de nokken aan elke kant van de DIMM-sleuf, licht u de DIMM onder een hoek naar boven, en trekt u de DIMM vervolgens uit.
|
|
5.
|
Neem de nieuwe DIMM uit de antistatische verpakking, en zoek de inkeping onderaan de DIMM.
|
|
6.
|
Houd de DIMM aan de randen vast en breng de inkepingen op de DIMM onder een hoek op één lijn met de DIMM-sleuf.
|
|
7.
|
Druk de DIMM omlaag tot beide nokken aangrijpen op de DIMM. Als de DIMM correct is geplaatst zijn de metalen contacten niet zichtbaar.
|
| OPMERKING:
|
Als u problemen ondervindt bij het inbrengen van de DIMM, controleert u of de inkeping onderaan de DIMM op één lijn is gebracht met de sleuf. Als u de DIMM nog steeds niet kunt plaatsen, controleert u of u wel het juiste type DIMM gebruikt.
|
|
8.
|
Plaats de DIMM-klep opnieuw.
|
|
9.
|
|
10.
|
Sluit het netsnoer en de USB- of netwerkkabel weer aan en zet het product aan.
|
|
11.
|
|